top of page

Introductie

Leerdoelen

  1. Je weet wat het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) inhoudt.

  2. Je weet wat de begrippen kunst en cultuur inhouden en begrijpt de verschillen.

  3. Je hebt je eigen ervaringen met kunst en cultuur beschreven in een Cultureel Zelf Portret (CZP)

Kunst kom je overal tegen en is voor iedereen. Misschien zing, dans, acteer, schilder, fotografeer of schrijf jij zelf ook wel. En luisteren naar muziek en kijken naar films doet eigenlijk iedereen. Je bent vast ook weleens naar een concert, voorstelling of museum geweest. Het vak CKV gaat over al deze kunstuitingen.

 

Er wordt veel over kunst geschreven, en nog veel meer over gepraat of gediscussieerd. Gelukkig verandert een kunstwerk niet door al die woorden. Van negatieve kritiek wordt het niet lelijker, van lovende woorden niet mooier. Een mening over een kunstwerk kan overigens veranderen: wat je eens erg mooi vond, kun je later vreselijk vinden. Of andersom. Het kan ook zijn dat je een werk eerst niet begrijpt en later wel. Het is dus niet altijd een kwestie van smaak. Het meest bijzondere is misschien wel dat het voor iedereen anders kan zijn.

Domeinen, dimensies en disciplines

Domeinen

Verkennen

Wat weet jij van kunst, wat is je eerste indruk van een kunstwerk, spreekt het kunstwerk je aan of niet? Dit zijn een paar vragen die gesteld kunnen worden bij de verkenning.

 

Verbreden

Bij verbreden krijg je meer achtergrondinformatie over de kunstenaar of het kunstwerk. Welke invloed heeft bijvoorbeeld de tijd waarin het gemaakt is, gehad op het kunstwerk.

​

Verdiepen

Hier verdiep je je in bijvoorbeeld andere of vergelijkbare werken. Wat kun je zeggen over de stijl of de thematiek? In dit domein doe je onderzoek, dat is een belangrijk onderdeel van het vak CKV.

 

Verbinden

In dit laatste domein kijk je hoe domein A t/m C jouw beeld van het kunstwerk veranderd hebben. Sta je nog steeds achter je indruk? Ook kun je in dit domein het bekeken werk verbinden met andere vormen van kunst en misschien ook met jouw eigen werk.

​

Het vak CKV werkt vanuit bovenstaande vier domeinen. Bij de opdrachten staat het domein steeds aangegeven. Door op deze link te klikken kun je lezen hoe het op examenblad.nl is verwoord.

Dimensies

Bij CKV staan elf dimensies centraal om je te helpen kunst te analyseren. Je kunt de dimensies zien als een soort brillen, elf verschillende brillen om naar kunst te kijken. Elf verschillende invalshoeken.

 

Bij de hoofdstukken staat aangegeven vanuit welke dimensies je de opdrachten allemaal kunt bekijken. De dimensies zijn:

  • Feit en fictie

  • Schoonheid en lelijkheid

  • Autonoom en toegepast

  • Ambachtelijk en industrieel

  • Amusement en engagement

  • Digitaal en analoog

  • Individueel en coöperatief

  • Traditie en innovatie

  • Herkenning en vervreemding

  • Mono-, multi- en interdisciplinair

  • Lokaal en globaal

Disciplines

Kunst kun je onderverdelen in de disciplines:

  • Architectuur

  • Beeldende kunst (2D en 3D)

  • Dans (modern en klassiek)

  • Design

  • Film (inclusief documentaires)

  • Fotografie

  • Muziek (modern en klassiek)

  • Theater (toneel, cabaret, musical)

​

Wat zegt wikipedia? (en ben je het er mee eens?)

  • Architectuur is de kunst en wetenschap van het ontwerpen van de gebouwde omgeving; inclusief steden, gebouwen, interieurs, landschappen, meubelen, objecten enzovoort.

  • Beeldende kunst is de vorm van kunst waarbij het beeldende (de afbeelding) voorop staat. Dans (van het Franse danse) is een sport, kunstvorm of een sociaal gebeuren dat meestal op beweging duidt van het lichaam, vaak in combinatie met muziek.

  • Design is het ontwerpen van producten die industrieel in massa- of serieproductie worden vervaardigd. Enkele voorbeelden van dergelijke producten zijn de stofzuiger, het koffiezetapparaat, maar ook de rollator, laptoptassen en bureaustoelen.

  • Een film, rolprent of video is een serie opeenvolgend getoonde, stilstaande beelden.

  • Fotografie is het met behulp van licht en andere vormen van straling vastleggen van afbeeldingen van voorwerpen en verschijnselen op radiatie- of stralingsgevoelig materiaal.

  • Muziek is de kunstzinnige schikking en combinatie van de klanken van muziekinstrumenten of de menselijke stem teneinde schoonheid van vorm dan wel uitdrukking van emotie te bereiken.

  • Theater is een verzamelnaam voor kunstvormen waarbij acteurs levende voorstellingen maken voor een publiek.

CKV, wat moet je ermee?

Je leert bij het vak CKV vanuit opdrachten en onderzoek kunst actief te beleven. Kunst bekijken of beluisteren is namelijk geen passieve bezigheid. Je moet je verbeeldingskracht gebruiken en je ver- plaatsen in een ander. Je leert met open blik te kij- ken. Uiteindelijk zal je zelfstandig meer en meer keuzes kunnen maken voor je eigen kunstzinnige of culturele activiteiten.

 

Kunst actief meemaken is het doel van het vak. Kunst ervaren en beschouwen vraagt van jou betrokkenheid, inzet, kennis en vaardigheden. En omdat de betekenis van kunst nooit vastligt, is een open en onderzoekende houding vereist. CKV is een verplicht schoolexamen vak. Je krijgt een cijfer voor dit vak dat meetelt in het combinatie- cijfer.

  • H4: 2 lesuren per week

  • A4: 2 lesuren per week

  • A5: 1 lesuur per week in de 2de helft van het jaar

 

Een kunstwerk wordt onder andere bepaald door de plaats en tijd waarin een kunstenaar opgroeit. Met andere woorden, de kunst wordt bepaald door de cultuur. Om kunst te leren begrijpen moet je inzicht krijgen in cultuur. Als je weet welke denkwijzen en idealen er in een bepaalde tijd bestonden of welke ideeën horen bij een bepaalde cultuur of subcultuur dan kun je je beter verplaatsen in wat kunst is en wat kunst voor mensen kan betekenen. En als je kunst op waarde weet te schatten kun je ook beter je mening over kunst verwoorden.

​

Stellingen

  • Kunst kom je overal tegen

  • Iedereen houdt van kunst

  • Hoe meer je van kunst weet, hoe leuker het is.

  • Je kunt jezelf kwijt in kunst

  • Door kunst krijg je meer inzicht in het leven

Opdrachten 

Opdracht 1

Bekijk samen met de klas deze video en maak de volgende opdrachten.

  1. Wat zijn kenmerken van jouw cultuur?

  2. Wat vinden buitenlanders typisch Nederlands?

  3. Wat vind jij typisch Nederlands?

​

Opdracht 2

Bekijk nu deze video en maak de volgende opdrachten.

  1. Schrijf in één zin op wat kunst volgens jou is. Kunst is ...

  2. Schrijf in één zin op wat kunst volgens jou zou moeten doen. Kunst moet ...

  3. Schrijf in één zin op wat kunst volgens jou zou kunnen betekenen. Kunst kan ...

  4. Maak tot slot jouw eigen definitie van kunst, waar bovenstaande uitspraken in terugkomen. Kunst is voor mij ...

​

Opdracht 3

Maak een lijst met tien kunstuitingen waar jij regelmatig mee in aanraking komt. Maak daarbij onderscheid tussen kunst die je bekijkt (internet of televisie telt ook mee) of die je zelf maakt of beoefent.

​

Opdracht 4

Welk kunstwerk heeft grote indruk op je gemaakt? Dit kan een lied, foto, voorstelling, film of iets anders zijn. Beschrijf dit werk, van wie het is en waar je het voor het eerst hebt gezien of gehoord.

​

Opdracht 5 (optioneel)

Maak samen met je buurman of buurvrouw het alfabet van de kunst. Bij iedere letter uit het alfabet schrijven jullie een woord dat met kunst te maken heeft. Probeer ook iets anders in te vullen dan alleen namen van kunstenaars of werken. Wees creatief!

​

Opdracht 6 (optioneel)

Schrijf in 1 minuut achter zoveel mogelijk beroepen de naam van de kunstenaar (m/v) die als eerste bij je opkomt. Na 1 minuut wissel je de antwoorden uit met je buurman of buurvrouw. Zijn er namen bij die de ander niet kent? Welke kunstenaar zou de ander echt moeten leren kennen? De beroepen zijn: acteur, fotograaf, architect, filmregisseur, rockband, DJ, rapper, schilder, danser, beeldhouwer, singer- songwriter, componist.

​

Opdracht 7

Je begint met het maken van een cultureel zelfportret. (CZP) In je CZP leg je jouw ervaringen met kunst en culturele activiteiten vast. Hier lees je wat je in je CZP moet zetten. Let op: het is een handelingsdeel – dus een verplichte opdracht voor je SE. Je levert het digitaal in via opdrachten in Magister op de afgesproken datum. Je bewaart daarna dit document zorgvuldig, want aan het eind van het jaar heb je het weer nodig

bottom of page